De vrouw was (middelijk) bestuurder van twee BV’s die voor verschillende gemeenten ambulante begeleiding en beschermd wonen leverden. Voor het leveren van die zorg, zijn in de periode 1 januari 2016 tot en met 31 december 2018 bij de gemeente Almelo zogenoemde ‘budgetsubsidies’ aangevraagd en ontvangen. Uit onderzoek bleek dat de vrouw in deze periode privé opnames en – uitgaven heeft gedaan vanaf de zakelijke rekening tijdens haar bezoeken aan het casino.
Verschillende inkomstenbronnen
De rechtbank heeft op basis van het dossier niet kunnen vaststellen dat het geld dat zij heeft opgenomen en uitgegeven subsidiegelden betreft die aan de BV's zijn verstrekt. Niet alleen gemeenten, maar ook het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de Sociale Verzekeringsbank maakten (zorg)gelden over naar de zakelijke rekeningen. Daarnaast betaalden ook particulieren op die rekeningen.
Er waren dus verschillende inkomstenbronnen terwijl de omzet van de BV's niet is uitgesplitst. Hierdoor kan niet worden vastgesteld welke inkomende gelden subsidiegelden betreffen met als gevolg dat ook niet kan worden bewezen dat de vrouw zich subsidiegelden heeft toegeëigend of dat zij subsidiegelden in strijd met het doel van de subsidies heeft aangewend. Het geld dat de vrouw heeft aangewend in het casino, kan immers ook afkomstig zijn van de andere instanties of particulieren.
Daar komt bij dat het Openbaar Ministerie in de dagvaarding heeft vermeld dat de feiten in Almelo zijn gepleegd. Dit kan door de rechtbank niet worden bewezen omdat de geldopnames veelal in andere plaatsen in het land hebben plaatsgevonden.