ALMELO - “Zij was een liefhebbende moeder, ze was ontzettend betrokken bij de levens van haar dochters en bij de levens van nog veel meer mensen. Er werd onnoemelijk veel van haar gehouden. Maar zij is gedood. Door haar eigen echtgenoot. Zij was kansloos en kon niet ontkomen aan zijn razernij.” Met deze indringende woorden begon de officier van justitie vandaag haar requisitoir. Zij eiste 14 jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging tegen de 57-jarige verdachte uit Schoonebeek voor de moord op zijn echtgenote op 29 oktober 2024 in Hardenberg.


“Femicide, zo noem ik het”, stelde de officier van justitie. “Het is een tragisch fenomeen, dat maatschappelijk en politiek inmiddels veel aandacht krijgt. Tonnie is gedood uit jaloezie, bezitterigheid, krenking en woede. Omdat zij niet meer met verdachte wilde zijn. En uit complete minachting voor haar leven, heeft verdachte haar leven beëindigd. Haar vier dochters, jonge vrouwen die hun leven deelden met hun moeder en die haar zo liefhebben, moeten voor altijd zonder haar verder.”

Ruim een week voorafgaand aan de moord, doet de 53-jarige Tonnie nog aangifte tegen haar man. Hij heeft zowel haar als haar dochter mishandeld. Ze geeft bij de politie aan dat ze doodsbang is dat haar echtgenoot haar wat aan zal doen en vertelt dat zij bang is dat een aangifte hem juist triggert. Verdachte ontkent de mishandeling. Hij beweert dat moeder en dochter hem juist hebben aangevallen. Echter, de aangifte, foto’s, de getuigenverklaring van zijn dochter en die van de buurvrouw, spreken die lezing tegen. De burgemeester van de gemeente Emmen legde verdachte op 22 oktober ’24 een tijdelijk huisverbod op. Dit huisverbod overtrad hij op verschillende momenten en op verschillende manieren.

Op de bewuste 29 oktober wachtte de verdachte Tonnie op na haar werk bij een kinderdagverblijf in Hardenberg. Toen zij in haar auto stapte, reed hij haar klem, sloeg een raam in met een lifehammer en begon met een mes op haar in te steken. Zij overleed in de ambulance. Veel mensen waren getuige van de gruwelijke daad. Het OM acht bewezen dat verdachte met voorbedachte rade heeft gehandeld, gezien zijn voorbereidende handelingen op de bewuste dag. Zo huurde hij een auto, maar nam de lifehammer mee uit zijn eigen auto. Hij laat zijn IPhone 15 thuis en neemt een nieuwe telefoon in gebruik. Hij neemt een tas mee met daarin messen die hij twee dagen eerder heeft gekocht. Tenslotte staat hij enige tijd op de uitkijk bij het werk van zijn echtgenote. Van een daad in een opwelling is in de ogen van het OM geen sprake. Verdachte bekent, maar zegt dat hij werd getriggerd door het slachtoffer en houdt vol dat het niet alleen aan hem lag.

Deskundigen concluderen dat bij verdachte sprake is van een stoornis in het schizofreniespectrum. Aspecten als angst voor verlating en krenking hebben zijn gedrag mogelijk beïnvloed. Verder concluderen zij dat er aanwijzingen zijn voor het gebruik van drugs. Deskundigen adviseren om de feiten in verminderde mate toe te rekenen. Die conclusie neemt het OM over, maar de officier van justitie benadrukte dat het OM de verdachte voor een groot deel wél verantwoordelijk houdt voor de gepleegde feiten: “Verdachte was wel degelijk in staat om na te denken, handelingen te verrichten en daarbij keuzes te maken. Hij is in aanloop naar het plegen van de moord heel berekenend geweest. Bovendien gebruikte hij drugs vanaf 2021 en vanaf die tijd zijn de psychische problemen ontstaan. Ook tijdens het plegen van de moord was hij onder invloed van drugs, zo blijkt uit forensisch onderzoek, terwijl verdachte dit blijft ontkennen”. Volgens de officier is de psychotische kwetsbaarheid aangewakkerd door het drugsgebruik en is hij voor het gebruik van drugs zelf verantwoordelijk: “Alleen een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf doet recht aan alle genoemde feiten en omstandigheden. Maar naast die gevangenisstraf acht ik ter beveiliging van de samenleving nodig dat tbs met dwangverpleging wordt opgelegd.”